Een aantal belangrijke punten om tot een goede en betrouwbare invoering van de OV- chipkaart te komen is benoemd in het aanvalsplan dat de Staatssecretaris vandaag heeft gepresenteerd. De randvoorwaarden om het plan uit te voeren, de financiële aspecten, zijn echter niet geborgd. De Federatie Mobiliteit Nederland -Arriva, Connexxion en Veolia - vindt dat mogelijke extra kosten voor de OV-chipkaart niet ten laste van de vervoerders mogen komen.
.
Dat betreft kosten die gemaakt zouden moeten worden voor de realisatie dan wel ten gevolge van de politieke en bestuurlijke besluiten naar aanleiding van aanvalsplan.
Aanvalsplan OV-chipkaart goede aanzet maar nog niet volledig
Vervoerbedrijven hebben fors geïnvesteerd in de OV-chipkaart terwijl zij zich ook geconfronteerd zagen met hoge lastenstijgingen als gevolg van het korten op de BDU en de stijging van de dieselprijzen en de accijnzen. Met deze stijgingen werden eerdere afspraken teniet gedaan. Zolang niet duidelijk is dat de overheid de extra kosten voor de uitvoering van het plan op zich neemt, zien vervoerders zich genoodzaakt nog geen commitment aan het aanvalsplan te geven.
Door Federatie Mobiliteit Nederland is de afgelopen weken meegewerkt aan het Aanvalsplan OV-chipkaart. Heel belangrijk in het plan is dat voor de reiziger belangrijke zaken geborgd worden, zoals de veiligheid maar ook de distributie van de kaart. Private vervoerders hebben de afgelopen jaren laten zien dat hun werkwijze heeft geleid tot hoge reizigersgroei, reizigerstevredenheid, kwaliteit van het materieel en efficiencyverbeteringen. Daarom vindt de Federatie het instellen van het regieteam ook een goede zaak en zal zij zich blijven inspannen om met alle betrokkenen tot een succesvolle invoering te komen. Want alleen dan kan het succes van afgelopen jaren worden voortgezet en blijft de reiziger centraal staan.
Kosten zijn daarbij echter een belangrijk onderwerp waarover helderheid moet zijn. In de afgelopen periode zijn veel onverwachte kosten op de vervoerders afgewenteld, waarin het kabinet de koppeling tussen vergoedingen en kostenstijgingen volledig heeft losgelaten. Daardoor kregen de streekvervoerders in de afgelopen 4 jaar te maken met een verschil tussen opbrengsten- en lastenstijging van meer dan 70 miljoen euro. De streekvervoerders hebben geen mogelijkheden om - in tegenstelling tot andere ondernemingen - lastenstijgingen door te berekenen en dat is een groot gevaar voor de continuïteit van het openbaar vervoer. In het licht van deze ontwikkelingen wil de Federatie eerst de harde toezegging over de verantwoordelijkheid voor de kosten van de OV-chipkaart.
