Opstelten zet met gemeenten aanpak overlast coffeeshops door

algemeen
Typography
  • Smaller Small Medium Big Bigger
  • Default Helvetica Segoe Georgia Times

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie wil met gemeenten de daadkrachtige aanpak van overlast en (georganiseerde) criminaliteit rondom coffeeshops continueren. In de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland is het aantal drugstoeristen en de daarmee gepaard gaande overlast sterk afgenomen door toegang tot coffeeshops alleen toe te staan aan ingezetenen van Nederland (ingezetenencriterium). De landelijke invoering van het zogeheten ingezetenencriterium per 1 januari 2013 wordt dan ook doorgezet. De clubpas vervalt vandaag..




Dat blijkt uit een brief die minister Opstelten vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd naar aanleiding van het regeerakkoord en de ervaringen en aanbevelingen van gemeenten, politie en Openbaar Ministerie (OM) met het aangescherpte coffeeshopbeleid in het zuiden.

Coffeeshops in het zuiden controleren sinds 1 mei 2012 of hun klanten ingezetene van Nederland zijn. De invoering van het ingezetenencriterium is daar een succes: de toestroom van drugstoeristen is afgenomen, waardoor coffeeshops kleiner en meer beheersbaar zijn geworden.

Voor de landelijke invoering van het ingezetenencriterium per 1 januari 2013 wordt de Aanwijzing Opiumwet van het OM aangepast. Coffeeshophouders dienen vast te stellen dat degene aan wie ze verkopen ingezetenen van Nederland zijn. Alleen meerderjarige ingezetenen kunnen toegang krijgen tot coffeeshops. Het tonen van een geldig identiteitsbewijs of verblijfsvergunning in combinatie met een uitreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) zijn instrumenten waarmee de coffeeshophouder kan vaststellen of iemand in Nederland woont.

De handhaving van het ingezetenencriterium geschiedt in overleg met betrokken gemeenten en zo nodig gefaseerd, waarbij wordt aangesloten bij het lokale coffeeshop- en veiligheidsbeleid zodat er sprake is van lokaal maatwerk. Het lokale bestuur stelt binnen het landelijk kader (de Opiumwet en de aanwijzing van het OM) het coffeeshopbeleid vast. De lokale driehoek vult het beleid concreet in en stelt prioriteiten bij de dagelijkse handhaving.

Een handhavingsarrangement is volgens de minister onontbeerlijk voor bestuur, politie en OM om tot lokaal maatwerk te komen. Binnen de lokale driehoek moet afstemming plaatsvinden over het ingezetenencriterium, de eventuele fasering daarvan en maatregelen die verder worden getroffen in het kader van het coffeeshopbeleid, zoals het hanteren van een minimale afstand van scholen. ,,Op lokaal niveau heeft men het beste inzicht welke maatregelen effectief zijn´´, aldus Opstelten.

Gelet op de ervaringen in het zuiden en het behalen van het doel (minder drugstoerisme en kleinere coffeeshops) acht de minister het doorvoeren van het besloten-clubcriterium niet meer nodig. Deze aanscherping van het coffeeshopbeleid geldt vanaf vandaag niet meer. Door de ´wietpas´ te laten vervallen wordt ook de drempel weggenomen voor ingezetenen om cannabis te kopen in de coffeeshops. In het zuiden bleek weerstand om lid te worden van een coffeeshop. Er ontstond overlast door illegale (straat)handel die door het wegblijven van de drugtoeristen, zich ging richten op ingezetenen.

Tevens moet de consumptie en productie van zware cannabis volgens de minister worden teruggedrongen. Reeds is besloten dat cannabis met een THC-gehalte van 15 procent of meer op lijst I van de Opiumwet wordt geplaatst en daarmee als harddrug gekwalificeerd. ,,Harddrugs horen in de coffeeshops niet thuis, en in de toekomst zullen zij alleen nog cannabis mogen aanbieden met een THC-gehalte dat lager is dan 15 procent’’, aldus Opstelten

Met bovenstaande aanpassingen van het aangescherpte coffeeshopbeleid meent de minister, rekening houdend met de ervaringen in het zuiden, zo maximaal mogelijk te blijven inzetten op het tegengaan van overlast en criminaliteit rondom coffeeshops en de handel in verdovende middelen.